De dag waarop België wél voetbalgoud pakte
Nog geen twee jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog namen atleten uit vijf continenten deel aan de Olympische Spelen van Antwerpen. De zevende moderne Olympische Spelen belichaamden dan ook de geest van het internationalisme. Dat moderne karakter valt met een korrel zout te nemen. Zo namen er amper vrouwen deel aan de Spelen. Ook mochten enkel amateursporters participeren. Dat bemoeilijkte de deelname van minder gegoede sporters. Zij hadden immers geen budget om in hun vrijetijd aan sport te doen en moesten als professionals van sport hun broodwinning maken.
Toch gelden de Antwerpse Spelen als een overgang naar meer hedendaagse Spelen. De publieke belangstelling voor disciplines als atletiek, tennis en waterpolo was echter gering. Die sporttakken waren vooral populair bij de elite. Het brede publiek hield meer van turnen, boksen, worstelen, wielrennen en voetbal, disciplines waarvoor wel veel volk naar de wedstrijden afzakte.
Ontevreden supporters
De centrale locatie van de Antwerpse Spelen was het Olympisch stadion op het Kiel. Hier werd onder meer het Olympisch voetbaltornooi afgewerkt, al werd er ook gevoetbald in Gent en in Brussel. Maar de Belgen speelden altijd in Antwerpen. Twee en een halve wedstrijd hadden ze nodig om zich tot Olympisch kampioen te kronen. Dat is een pak minder dan de zeven wedstrijden die de Rode Duivels moesten spelen om op het jongste wereldkampioenschap de derde plaats te grijpen. Waarom de laatste wedstrijd van de Belgen op de Olympische Spelen nog geen volledige speelhelft duurde, dat vertellen we later.
De eerste tegenstander van België was Spanje. In het Olympisch stadion op het Kiel speelden de Belgen voor 18.000 toeschouwers en dat hebben ze geweten. Het Antwerpse publiek vatte de wedstrijd aan met gejoel en gefluit. De supporters waren duidelijk niet tevreden met de opstelling: er stond slechts één Antwerpse speler op het veld. Vooral de ietwat oudere spelers Georges Hebdin en Fernand Nisot moesten het ontgelden. Hun tornooi zat er na deze match op. Selectieheer graaf d’Oultremont verving hen voor de volgende wedstrijden door de Antwerpse vedetten Désiré ‘Dis’ Bastin (Antwerp FC) en Henri ‘Rik’ Larnoe (Beerschot AC). Ondanks het foeterende publiek zette België de tegenstander vrij makkelijk opzij. Drie doelpunten van Robert Coppée zorgden voor een 3-0 voorsprong. Een Spaanse penalty bracht de einduitslag op 3-1.
Supporters toonden zich uiterst inventief om het stadion binnen te raken. Enkele jongens groeven een tunnel onder de omheining.
Derby der Lage Landen
De halve finale leverde een affiche van formaat op. België en Nederland zouden in een Derby der Lage Landen betwisten wie de finale mocht spelen. Het Belgisch-Nederlandse treffen was toen al een klassieker. De Nederlandse voetballers – die eerder Luxemburg en Zweden uit het tornooi hadden gekegeld – verkeerden niet in opperbeste stemming. De oorzaak lag in het krakkemikkige verblijf waarin ze gelogeerd waren. De Nederlandse bond had er niet beter op gevonden de spelers op het Nederlandse marineschip Hollandia te laten verblijven. “Een akelig, somber kot, waarin men nog geen gevangene stopt”, zou een Nederlandse journalist hebben geschreven. Intussen verbleven de Nederlandse bondsofficials zelf doodleuk in luxehotels elders in de stad.
Op 31 augustus 1920 zagen 22.000 toeschouwers, waaronder duizenden Nederlanders, de Belgische nationale ploeg na een sterke wedstrijd met 3-0 winnen. De doelpunten van Rik Larnoe, Louis Vanhege en Mathieu Bragard vielen alle drie in de tweede helft.
Supporters in de bomen
Veel rust werd de finalisten niet gegund. Reeds twee dagen later keken België en het toenmalige Tsjechoslovakije elkaar in de ogen in de Olympische voetbalfinale. De Tsjechoslovaken hadden op weg naar die finale een aardig parcours afgelegd, gekruid met een indrukwekkend doelpuntensaldo: vijftien gemaakte doelpunten en slechts één tegendoelpunt in drie wedstrijden.
Dat de finale druk bijgewoond werd, is een understatement. Twee uur voor de aftrap zat het stadion zo goed als vol. Maar het volk bleef massaal toestromen en supporters toonden zich uiterst inventief om toch binnen te raken. Enkele jongens groeven een tunnel onder de omheining. Volgens de Belgische voetbalscheidsrechter John Langenus werd die tot Olympische loopgracht gedoopt. Enthousiaste supporters bleven het stadion binnenstromen. Uiteindelijk werden rond het veld soldaten geposteerd zodat er op z’n minst geen fans tussen de lijnen zouden staan. Zelfs in de bomen klauterden supporters om de wedstrijd te volgen. Wat een contrast met de uiterst strikt gereglementeerde manier waarop internationale topwedstrijden vandaag worden georganiseerd. Uiteindelijk werd het officiële aantal toeschouwers op 35.000 vastgelegd.
Wereldkampioen
De wedstrijd zelf dan. Al na zes minuten bracht Coppée België met een strafschop op 1-0. Nog voor het half uur stond het 2-0 met een doelpunt van de lokale vedette Larnoe. Toen de Tsjechoslovaak Steiner na een overtreding op Coppée rood kreeg, was het hek van de dam. De overige Tsjechoslovaakse spelers verlieten ook het veld. De 66-jarige Engelse scheidsrechter John Lewis kon niet anders dan de wedstrijd in de 43ste minuut stopzetten. België won met 5-0 forfaitcijfers.
De teleurstelling om het vroegtijdige einde maakte gauw plaats voor de euforische wetenschap dat België in eigen land goud pakte op de Olympische Spelen. Een WK voetbal was er nog niet in die tijd. De Olympische kampioen werd dan meteen ook maar als wereldkampioen beschouwd. Over de Olympische finale was het laatste nog niet gezegd. Zo bekloegen de Tsjechoslovaken zich achteraf over de beslissingen van de scheidsrechter. En ook het fanatieke publiek was onderwerp van discussie.
Steekt Eden Hazard op 11 juli 2021 in het Londense Wembley-stadion de Europese beker in de lucht? Dan treedt de speler van Real Madrid in de illustere voetsporen van Union-speler Emile Hanse. Die andere kapitein werd op 2 september 1920 door supporters op de schouders rondgedragen in het Olympisch stadion in Antwerpen.
Dit verhaal verscheen voor het eerst in OKRA magazine. In de reeks ‘Herbeleef de glorie’ blik ik terug op de ietwat vergeten hoogtepunten van de Belgische sportgeschiedenis. Ontdek de verhalen van andere Belgische sportfiguren.