Reeks: Herbeleef de glorie


Annie Lambrechts rolschaatsen

“Ik rij hier toch geen 20 kilometer om tweede te worden!”

In de rolschaatswereld klinkt de naam van Annie Lambrechts als een klok. Haar palmares oogt dan ook Merckxiaans. Ze sloot haar carrière af met 19 wereldtitels, 22 Europese prijzen en 7 wereldrecords. Hoeveel Belgische titels ze won, is niet helemaal duidelijk: “Na 140 ben ik gestopt met tellen.” In 1981 veroverde de Leuvense twee gouden en twee bronzen medailles op de Wereldspelen. Daarmee zette ze de kroon op haar rijkgevulde carrière.


Niet elke sporttak krijgt een plaats op de Olympische Spelen. Een brede selectie van niet-olympische sporttakken staat om de vier jaar op het programma van de Wereldspelen of World Games. Al van de eerste editie in 1981 in het Amerikaanse Santa Clara hoort ook het rolschaatsen daarbij.

Annie Lambrechts rolschaatsen

“Op het podium stond ik met een dik ingepakt been, met ijs erop.” (foto: collectie Annie Lambrechts)

Bijna zo goed als Freddy Maertens

Rolschaatsen is geen sport voor doetjes. Techniek, tactiek en karakter moeten top zijn, net als de fysieke paraatheid. Dat het met dat laatste wel goed zat in aanloop van de Wereldspelen, illustreert Annie met een anekdote. “Enkele maanden voor de Spelen deed ik een fietstest, net op dezelfde dag als Freddy Maertens. Hij was maar aan het reclameren over zijn zadel terwijl ik mijn test al had afgelegd. Uiteindelijk kon hij de fietsproef maar twee minuten langer volhouden dan ik, terwijl hij een man én een wielrenner was. Jacques Rogge (later voorzitter van het Belgisch en het Internationaal Olympisch Comité – mvm) was onder de indruk van Ingrid Berghmans en van mij. Hij vond ons de top.”

Toen ze afreisde naar de Wereldspelen had Annie er al een rijkgevulde carrière op zitten. Dit nieuwe internationaal tornooi kon die loopbaan nog meer glans geven. “Als atleet wil je het allerhoogste en dat zijn de Olympische Spelen. Voor onze sport kan dat niet, maar met de Wereldspelen was ik ook al heel tevreden.”

Annie Lambrechts rolschaatsen

Winst op het WK in Leuven: “Ik moest rijden voor de verdoving was uitgewerkt.” (foto: collectie Annie Lambrechts)

Met pijn naar de halve marathon

Met haar status was Annie een van de grote favorieten, misschien wel dé topfavoriet. In de 1.500 meter loste ze de verwachtingen in en greep goud, ondanks trek- en duwwerk van de Italiaanse en Amerikaanse tegenstanders. “De andere deelnemers zaten op mijn huid. Maar dat was ik gewoon van in andere wedstrijden. De puzzelstukken moesten juist vallen en dan lukte het.” In de 5.000 meter pakte Annie ondanks een valpartij nog brons. En ook in de 10.000 meter kaapte ze de derde plaats weg. Het huzarenstuk klaarde Annie evenwel op de halve marathon, 20,5 kilometer om precies te zijn. “Die wedstrijd zal ik nooit vergeten. In tegenstelling tot de kortere afstanden werd die niet gereden op een circuit. Het was een koers in lijn, een beetje zoals een wielerwedstrijd. Daags voordien voelde ik plots een kloppende pijn onder de schaafwonde die ik aan die val overhield. De pijn was zo hard dat ik aan mijn man André – die nationaal trainer was – zei dat ik niet meekon op verkenning.”

“Volgens Jacques Rogge zou pas de volgende dag blijken of ik kon rijden. Ik was echter vastbesloten om dat wel te doen. De ochtend voor de wedstrijd leek het beter te gaan. We spraken af dat ik na drie kilometer in de wedstrijd eens stevig zou demarreren. Als dat niet te veel pijn deed, kon ik de wedstrijd uitrijden.”

“Om me te waarschuwen dat de drie kilometer voorbij waren, claxonneerden ze vanuit de Belgische volgwagen achter het peloton. Ik demarreerde, nam meteen afstand en kreeg een paar Amerikaanse meisjes in mijn zog. Maar ik rekende zoals steeds op mijn sterke eindsprint en liet het peloton terugkeren. Daar begrepen ze er niets van.”

“Als atleet wil je het allerhoogste en dat zijn de Olympische Spelen. Voor onze sport kan dat niet, maar met de Wereldspelen was ik ook al heel tevreden.”

“Nú zal het gebeuren!”

“De laatste rechte lijn was erg lang, wel 1 kilometer rechtdoor. Ik zag de aankomst, maar die lag te ver om meteen al aan mijn spurt te beginnen. Gedurende zeker 300 meter spurtte ik naast een Amerikaanse. Als zij met haar linkse over de lijn zou komen, was de overwinning voor haar. Kon ik mijn rechtse eerst plaatsen, dan was het goud voor mij. Oh, dat ging écht gelijk op. Maar ik dacht bij mezelf: ‘Ik rij hier toch geen 20 kilometer om dan tweede te worden. Nú zal het gebeuren!’ Die gedachte gaf me een injectie. Ik nam wat afstand en daardoor leek de Amerikaanse de moed te verliezen. Ik won, voorbij de finish zag ik de hele Belgische ploeg juichen.”

“Na de aankomst liet ik mijn been meteen verzorgen, want drie weken later stond het WK in Leuven op het programma. Op het podium stond ik dan ook met een dik ingepakt been, met ijs erop. Zoiets vergeet je niet: dat ik dat nog gewonnen heb!”

(vervolg tekst onder foto)

Annie Lambrechts rolschaatsen

Met de nationale trofee voor sportverdienste: “Ik heb altijd gezegd: ‘Ik doe voort tot ik alles gewonnen heb.”” (foto: collectie Annie Lambrechts)

Goud met gebroken voetbeentje

Enkele weken na de Wereldspelen moest Annie dus alweer aan de bak. Een WK, in haar eigen Leuven nog wel: de verwachtingen waren alweer niet min. “Burgemeester Vansina liet het Herbert Hooverplein – waar het WK werd gereden – vooraf twee keer per week afsluiten. Zo konden we trainen. Voor een van de laatste trainingen kreeg ik mijn rolschaats niet meer aan, zoveel pijn voelde ik in mijn voet. Een stressfractuur, zo bleek. Een klein beentje in mijn voet was gebroken. ‘Niet rijden’, zei Jacques Rogge. ‘Dat kan je niet maken!’, riep ik, ‘De burgemeester springt uit zijn vel als ik niet meedoe.’ Op weg naar huis weende ik de hele tijd.”

De redding kwam er van een andere dokter. En van Annies karakter. Net voor haar eerste wedstrijd kreeg ze een verdovende inspuiting in haar voet. “Tot eenieders verbazing startte ik als favoriet toch erg vroeg in de tijdrit van 500 meter. Maar ik moest rijden voor de verdoving was uitgewerkt. Ik had geen pijn, maar voelde ook niet of mijn voet de grond raakte. Mijn bochten waren slecht, maar ik probeerde het verschil te maken in de strook bergop. Het wachten op de andere toppers duurde lang, maar ik haalde uiteindelijk goud.”

Op het WK in eigen stad pakte Annie drie gouden medailles. “De derde dag moest ik overgeven door de verdovingen. Toen ging het niet meer.” Een week na het WK op de weg stond traditioneel ook het WK op de piste op het programma. In Zandvoorde bij Oostende werd Annie tweede op de 10.000 meter. “Gezien de omstandigheden haalde ik nog een goed resultaat. Mijn pijngrens ligt redelijk hoog.”

Annie Lambrechts in actie op het WK in Leuven: “De burgemeester springt uit zijn vel als ik niet meedoe.” (foto: collectie Annie Lambrechts)

Vader bleef erin geloven

Het gouden jaar 1981 leverde Annie de nodige erkenning op. Ze werd sportvrouw van het jaar en kreeg de nationale trofee voor sportverdienste. Een jaar later volgde nog het allereerste Vlaamse Sportjuweel. “’Ik doe voort tot ik alles gewonnen heb’, heb ik altijd gezegd.” (lacht) Met een geslaagde werelduurrecordpoging op de nieuwe rolschaatspiste in Kessel-Lo sloot Annie in 1985 haar carrière af. Ze stelde die dag trouwens ook de wereldrecords op zes tussenliggende afstanden scherper. De rolschaatssport bleef haar echter nauw aan het hart. Zo leerde de jonge Bart Swings rolschaatsen aan Annies hand.

Als ze vandaag terugblikt op haar schitterende carrière, denkt Annie meteen aan haar vader. “Voor mijn man André me trainde, was mijn vader mijn trainer. Als kind deed ik niet graag aan wedstrijden. Mijn zus Josette is drie jaar ouder dan ik en was al Belgisch kampioen. Maar ik was altijd moe en begon vaak te wenen. Ze noemden mij den bleiter. (lacht) Onze pa was niet kwaad. Winnen of verliezen, dat maakte hem niet uit. Maar hij wilde wel dat ik de wedstrijd uitreed. Ik dacht dat ik nooit zo goed zou worden als Josette, maar mijn vader is er altijd in blijven geloven. Op mijn twaalfde besliste ik om wat beter mijn best te doen op de training. En vanaf dan ging het snel. Op mijn vijftiende werd ik voor het eerst wereldkampioen. Dat was dankzij mijn pa.”

De zussen Lambrechts op een EK in Italië (Annie centraal, Josette links): “Ik dacht dat ik nooit zo goed zou worden als Josette, maar mijn vader is er altijd in blijven geloven.” (foto: collectie Annie Lambrechts)

Dit verhaal verscheen voor het eerst in OKRA magazine. In de reeks ‘Herbeleef de glorie’ blik ik terug op de ietwat vergeten hoogtepunten van de Belgische sportgeschiedenis. Ontdek de verhalen van andere Belgische sportfiguren.