“Na de overwinning kon ik een kwartier niets zeggen”
De snode plannen werden aanvankelijk op ongeloof onthaald. Niet alleen bij de pers, ook bij Els Callens zelf. “Tijdens het WTA-tornooi van Knokke in 1999 kwam Dominique naar mij: ‘Ik wil volgend jaar op de Olympische Spelen meedoen aan het dubbelspel, en ik wil dat met jou doen.’ Ze zei zelfs dat wij volgens haar medaillekandidaat konden zijn. Ik keek haar aan en dacht: ‘Wat zegt die nu?’ Wij dubbelden toen zelfs nog niet samen. Maar ik antwoordde toch: ‘Tuurlijk, waarom niet?’”
Het Belgisch duo had een jaar om zich klaar te stomen voor de Spelen. De individuele programma’s werden uiteraard niet stopgezet, maar toch trokken beiden geregeld met elkaar op. “Tijdens tornooien warmden we vaak samen op. En ’s avonds gingen we iets eten of naar de cinema. Toen pas leerden we elkaar echt kennen.” En met resultaat: in aanloop van de Spelen haalden Callens en Monami de halve finale van het dubbelspel op de US Open.
Minigolf met de broers Saive
Na een onverwachte break – “We trokken na de US Open ongepland drie dagen naar Las Vegas om te ontspannen en te golfen. We waren op na weken trainen en matchen spelen en hadden nood aan decompressie.” – kwamen Callens en Monami ontspannen aan in Australië. Daar werd meteen duidelijk dat de OIympische Spelen verschilden van een klassiek tennistornooi. “De sfeer in het Olympisch dorp was helemaal anders, echt leuk. Er liepen tienduizend atleten, coaches en begeleiders rond. Als tennisser voor een medaille en de eer van je land spelen, is helemaal anders. Daardoor verschilt de motivatie ook. Tijdens de Spelen supporterden alle Belgen voor elkaar. We organiseerden een kleine competitie minigolf met de atleten uit onze bungalow, waaronder de broers Saive, de tafeltennissers.”
“Ik speelde met iemand met wie ik goed bevriend was, het klikte heel goed op en naast de baan. We waren zeer complementair.”
Vechten en werken
Druk was er zeker voor de Belgische tennisvrouwen. Enerzijds waren er de toen opkomende zussen Williams. “Als wij hen in de eerste ronde zouden tegenkomen, dan was het verhaal gedaan.” Maar dat was dus niet het geval. Anderzijds voelde Els Callens Sydney 2000 aan als “een kans in een leven om zoiets (een medaille – red.) te bereiken. We hadden hier allebei voor gewerkt en getraind en we geloofden er ook in.” Na winst tegen Kroatië en Tsjechië kwam het Belgisch duo in de kwartfinale uit tegen Venezuela. “Toen hebben we afgezien. De eerste set verloren we, we kwamen echt in de problemen. We stonden zelfs even achter in de derde set. Toen hebben wij echt moeten vechten om door die wedstrijd te geraken.”
Vervolgens kregen Callens en Monami in de halve finale dan toch Venus en Serena Williams tegenover zich. “We gingen heel goed mee, maar op een bepaald moment gingen ze een versnelling hoger spelen en had ik echt last om te volgen. Dominique pushte en probeerde, maar voor mij ging het een stap te snel. Na de match waren we wel wat van aangedaan. Die avond trokken we naar een Italiaans restaurant in de stad om even weg te zijn uit het dorp. Zo waren we de volgende dag fris en monter voor onze belangrijke match voor het brons.”
Superzenuwachtig
Op het centre court van het Olympisch tenniscentrum in Sydney keken Els Callens en Dominique Monami in de ogen van het Wit-Russische duo Natalja Zvereva en Olga Barabansjikova. De eerste was toen nummer 1 in het dubbelspel, de tweede was volgens Els Callens een subtopper. “We wisten wel dat we goed moesten spelen, want we hadden geen simpel duo tegenover ons. Ik herinner me nog heel goed die zenuwen toen we begonnen. De wedstrijd verliep gelijk opgaand. En dan werden we gebroken. Ik denk dat ik bij momenten teveel wilde doen.
Tijdens de pauze zat ik superzenuwachtig op de stoel. Dominique zei niets, terwijl we gewoonlijk wel praatten tegen elkaar. Ik zag haar denken: ‘We gaan die medaille hier écht niet verliezen.’ Volgens mij was ze aan het flippen op haar stoel. En toen heb ik gezegd: ‘Het is hier nog niet gedaan!’ We zijn veel geduldiger het punt beginnen opbouwen. Ik ging weer beter serveren en retourneren. We hadden de eerste set verloren, maar hebben onze draai gevonden. De wedstrijd keerde. In de derde set stonden we zelfs 5-2 voor. Dominique serveerde voor het wedstrijdpunt – ik weet nog dat ik aan de grond genageld stond van de stress. Dominique speelde een rally tegen Barabansjikova die uiteindelijk de bal buitensloeg. Het moment dat je beseft dat je een medaille hebt, da’s ongelofelijk. Ik denk dat ik een kwartier niets kon zeggen. De tv wilde een interview en Dominique was maar aan het babbelen. Ik stond wat te stamelen en kon de hevige emoties niet verwoorden.”
‘I’ll kill you!’
Na de wedstrijd, op weg naar de dopingcontrole, ging de druk van de ketel. “We stapten naar die dokters en Dominique draaide zich naar me om: ‘Als gij gepakt wordt op doping, he! I’ll kill you, I’ll kill you!’ Toen moest ik hard lachen.” De podiumceremonie volgde pas een dag later. De bronzen medaille kon dus gevierd worden, al was het feestje vrij bescheiden. “In de McDonald’s aten we wat we eigenlijk niet mochten eten. En in het Belgisch dorp dronken we een glaasje champagne, maar om elf uur lagen we in ons bed. Bij de ceremonie kwam iemand uit het circuit me feliciteren: ‘Weet je nog hoe we samen trainden tijdens dat klein tornooitje in Zuid-Italië?’ Ik herinnerde me dat en dacht: ‘Kijk eens waar ik nu sta.’ En toen besefte ik voor de eerste keer wat we gerealiseerd hadden. Ik werd toen heel even emotioneel, met een traan ook. Die medaille, dat was echt een kinderdroom. Het besef dat ik die droom gerealiseerd had, deed me even bezinnen. En dan kwamen het podium en de vlag die omhoogging. Toen was ik ongelofelijk fier! We hebben de medaille niet meer afgedaan, zelfs niet in het vliegtuig.”
Complementair duo
De medaille in Sydney was het hoogtepunt en tegelijk ook het einde van het dubbelduo Callens-Monami. “Het grappige is dat Dominique zwanger is geworden tijdens de Olympische Spelen. Maar ze had sowieso haar afscheid aangekondigd, 2000 was haar laatste jaar. Dat vond ik ongelofelijk jammer. Als partner kon ik op haar rekenen. Ik speelde met iemand met wie ik goed bevriend was, het klikte heel goed op en naast de baan. We waren zeer complementair: Dominique was heel goed achteraan en ik aan het net en bij het tussenkomen en afmaken. Ik ben er zeker van dat we nog hoger zouden geraakt zijn.”
In een interview de dag na de medaille noemde Els Callens haar band met Dominique Monami een vriendschap voor het leven. Vandaag is dat niet anders, zegt Callens die nu haar eigen tennisschool leidt. “We zien elkaar wel wat minder, want ieder heeft zijn leven. Maar áls we elkaar zien, dan voel je meteen weer dat het echt klikt.”
Dit verhaal verscheen voor het eerst in OKRA magazine. In de reeks ‘Herbeleef de glorie’ blik ik terug op de ietwat vergeten hoogtepunten van de Belgische sportgeschiedenis. Ontdek de verhalen van andere Belgische sportfiguren.